Lexicon
Aanvullende eisen - Een vorm van selectie die vooral voorkomt bij sport-, kunst- en cultuuropleidingen. De opleiding vraagt bijvoorbeeld om een motivatiebrief, cv of auditie.
Accreditatie - Alleen als een opleiding een bepaalde minimale kwaliteit heeft, ontvangt deze een accreditatiekeurmerk. In Nederland verzorgt de NVAO alle accreditaties. Zie ook: NVAO.
Associate degree - Een tweejarige opleiding aan een hogeschool. Het niveau ligt tussen mbo-niveau 4 en hbo-bachelor. Ad’s hebben twee doelgroepen: afgestudeerden van het mbo en professionals die al een aantal jaar werken en zich willen laten om- of bijscholen.
Basisbeurs - In studiejaar 2023-2024 is de basisbeurs opnieuw ingevoerd voor alle studenten in het hoger onderwijs. Deze basisbeurs is een tegemoetkoming voor het collegegeld dat je moet betalen. Het geld dat je ontvangt wordt omgezet in een gift als je binnen tien jaar je diploma haalt. Zie ook het artikel ‘Collegegeld’.
Bindend studieadvies (BSA) - Als je in het eerste jaar te weinig studiepunten haalt, heeft de opleiding er geen vertrouwen in dat je het eindpunt haalt. Je krijgt dan het ‘advies’ om te stoppen met de opleiding, maar hebt meestal geen keus. Dit heet ook wel de prestatie-eis. Bijna alle hogescholen hanteren dit systeem.
Decentrale selectie - Opleidingen met een numerus fixus mogen zelf studenten selecteren. Bij deze selectie kijken ze naar je cijfers, maar ook naar je motivatie en of je geschikt bent voor het werkveld waar de studie je voor opleidt. Zie ook: Numerus fixus.
Deficiëntiecursus - Ook wel bijspijkercursus. Als je vooropleiding niet (volledig) voldoet aan de toelatingseisen, kun je je kennis van bepaalde vakken met een deficiëntiecursus opkrikken.
Duaal - Bij een duale studie werk je drie of vier dagen per week en studeer je de rest van de tijd. Je krijgt voor zowel je werk als je studie studiepunten.
DUO - Bij de Dienst Uitvoering Onderwijs geef je aan welke studie je gaat doen. Ook al je financiële zaken, zoals een aanvullende beurs, regel je hier.
ECTS - Punten die je krijgt voor afgeronde vakken. Per studiejaar kun je 60 ECTS (of studiepunten) halen. ECTS is een afkorting voor European Credit Transfer System. Eén punt staat gelijk aan 28 studie-uren.
Honoursprogramma - Steeds vaker bieden hogescholen een aanvullend programma voor excellente studenten aan. De studenten worden meestal geselecteerd op motivatie en cijfers.
Majors en minors - Major is een moderne term voor hoofdvak en minor een modern woord voor bijvak. Majors zijn hoofdrichtingen binnen je eigen bacheloropleiding. Met een minor kun je je kennis verdiepen binnen of verbreden buiten je vakgebied, door middel van keuzevakken of vakkenpakketten. Meestal neemt een minor één semester van je bachelor in beslag.
Master - Op de universiteit is een master een vanzelfsprekende voortzetting van je bachelor, maar voor hbo’ers is dat minder het geval. De meeste masters duren één jaar, maar masters in de exacte vakken, educatieve masters en onderzoeksmasters duren vaak twee jaar. Hbo-studenten die een universitaire master willen volgen, moeten vaak eerst een schakelprogramma (premaster) volgen. Enkele studies hebben wel een direct aansluitende (hbo-)master.
Numerus fixus - Ook wel studentenstop: het maximumaantal toe te laten studenten voor een bepaalde opleiding. Dit geldt bijvoorbeeld voor toegepaste psychologie en fysiotherapie. Zie ook: Decentrale selectie.
NVAO - De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie beoordeelt alle opleidingen in het hoger onderwijs. Als de NVAO vindt dat een opleiding van voldoende niveau is, dan wordt de opleiding geaccrediteerd. In de Keuzegids nemen we alleen opleidingen op die dit keurmerk hebben.
Particuliere instelling - Opleidingen van particuliere instellingen zijn wel geaccrediteerd, maar worden niet mede bekostigd door de overheid. Daarom betaal je vaak een hoger collegegeldtarief, soms wel meer dan 20.000 euro per jaar.
Propedeuse - Dit is het eerste studiejaar van je hbo-opleiding. Een hbo-propedeuse geeft soms toegang tot een universitaire bachelor, maar meestal kiezen studenten ervoor om eerst hun hbo-diploma te halen.
Schakelprogramma - Ook wel premaster. Om met een hbo-diploma toegelaten te worden tot een universitaire masteropleiding, moet je eerst de gaten in je kennis en vaardigheden wegwerken. Daarvoor is het schakelprogramma bedoeld. In de meeste gevallen is dit verplicht voor hbo’ers. Soms kun je tijdens je opleiding al een speciale doorstroomminor volgen.
Selectie - Sommige hogescholen met een numerus fixus organiseren een decentrale selectie om het studentenaantal in te perken. Er zijn ook hogescholen die selecteren door aanvullende eisen te stellen. Meestal is dat omdat studenten over bepaalde vaardigheden moeten beschikken. Zie ook: Aanvullende eisen.
Specialisatie - Specifieke inhoudelijke richting die je kunt kiezen binnen de opleiding. De termen specialisatie, track, afstudeerrichting en uitstroomprofiel worden soms door elkaar gebruikt.
Studiekeuzecheck - Ook wel matching. Bij de meeste opleidingen is de studiekeuzecheck verplicht voor nieuwe studenten. Vaak wordt er gekeken naar je motivatie en soms moet je op gesprek komen of een toets maken. Op basis hiervan beoordeelt de opleiding of de studie bij jou past en krijg je een advies. Dit advies is niet bindend: ook bij een negatief advies mag je aan de opleiding beginnen. Pas op: als je je na 1 mei inschrijft of niet meedoet aan de studiekeuzecheck heeft de instelling wél het recht om je te weigeren.